Het mislukken van de fusie met Axalta is een gemiste kans voor het Nederlandse AkzoNobel. Want voor het verf- en chemiebedrijf blijft het gevaar van een overname nu op de loer liggen.
AkzoNobel maakte woensdagochtend bekend dat de poging tot een fusie met het Amerikaanse Axalta is mislukt. En meteen daarop volgde het nieuws dat dat is omdat het Japanse Nippon Paint een overnamebod bij Axalta neer heeft gelegd. Zo mislukt de geplande vlucht naar voren van Akzo en krijgt het er een sterke nieuwe concurrent bij – als de Japanners slagen in hun opzet.
Door te fuseren met Axalta hoopte Akzo zichzelf wat minder kwetsbaar te maken voor een overname. 2017 was namelijk op z’n zachtst gezegd een roerig jaar voor Akzo, met de zeer felle overnamestrijd tegen de Amerikaanse belegger PPG en een paar handen vol activisten. Een strijd die tot in de rechtbank werd gevoerd, maar Akzo hield uiteindelijk stand.
Dat had wel de nodige ingrijpende gevolgen. Topman Ton Büchner en CFO Maëlys Castella traden vanwege gezondheidsproblemen respectievelijk af en terug. Thierry Vanlancker, de baas van de chemiedivisie, werd de nieuwe topman en mocht meteen aan de slag om zijn voormalige divisie af te gaan splitsen. Dat werd namelijk versneld Akzo’s nieuwe strategie: een focus op de verf- en coatingafdeling.
Zelf grote overnames doen zou er even niet van komen, vertelde Vanlancker bij een update over de zelfstandige strategie. Maar dat was een kleine schijnbeweging, bleek bij de flirt met Axalta. Dat ging op papier dan wel om een fusie, maar gezien de twee keer zo grote marktwaarde van Akzo waren de Nederlanders wel de bovenliggende partij geweest.
Axalta als schild voor de grote Amerikaanse bedrijven
De motivatie voor de fusiepoging met Axalta lijkt vrij simpel: samen zouden de twee verfbedrijven veel beter bestand zijn tegen de grote Amerikaanse concurrenten Sherwin Williams en PPG. Gecombineerd is de beurswaarde van Akzo en Axalta bijna 32 miljard dollar. Groter dan PPG en niet meer ver verwijderd van nummer 1 Sherwin Williams.
Gecombineerd met het kleinere Axalta was Akzo zelf een stuk minder kwetsbaarder geworden voor een overname. Maar die vlieger gaat niet meer op nu de gesprekken zijn afgekapt. En door het overnamebod van Nippon Paint krijgt Akzo er misschien wel een stevige concurrent bij.
Want de marktkapitalisatie van een Japans/Amerikaanse combinatie van Nippon en Axalta zou ongeveer net zo groot kunnen worden als Akzo op dit moment is, afhankelijk van de hoogte van een overnamebod en de reactie van de beleggers in het Japanse bedrijf daarop. Maar op dit moment is de combinatie nog maar zo'n 4 miljard dollar minder waard dan Akzo.
Het plan van AkzoNobel om te groot en dus onaantrekkelijk te worden voor een overname loopt zo uit op een sof. Als Nippon en Axalta er onderling uit komen, dreigt zelfs Akzo's derde plaats op basis van marktwaarde in gevaar te komen.
De onzekerheid rond de zelfstandigheid van Akzo zal alleen maar toenemen als het - zoals gepland - zijn chemiedivisie afstoot. De kans is groot dat het aandeel dan daalt, omdat het concern als geheel minder waard is. Daarmee wordt AkzoNobel alleen maar een smakelijker hapje voor de grotere Amerikaanse concurrenten.